Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want wij [25]prijzen onszelven u niet wederom aan, maar wij geven u oorzaak [26]van roem over ons, opdat gij [stof] zoudt hebben tegen degenen, [27]die in het aangezicht roemen en niet [in] het hart. 25. Dat is, aanbevelen. 26. Namelijk dat wij trouwe apostelen van Christus zijn, en dat onze leer ene leer is, die de harten bekeert. 27. Dat is, alleen in gemaakte en opgepronkte wijze van spreken en dergelijke, die wel een uitwendigen schijn hebben voor de mensen, maar het hart niet raken.